Landgoed Den Brink

Historische ontwikkeling
Boerderij Klein Mariëndaal (tot ca 1800) en Den Brink als buitenplaats (ca 1800-1931)

Het landgoed Den Brink werd aanvankelijk aangeduid als 'Cloosterenerf' of 'Klein Mariëndaal' en behoorde bij Mariëndaal dat in 1392 als klooster van Regulieren werd gesticht. Dit klooster stond nabij het huidige landhuis Mariëndaal. Na de Reformatie werd het klooster in 1579 opgeheven en werden de kloostergebouwen gesloopt. Het gebied ging in verschillende handen over. In 1807 werd Klein Mariëndaal aangeduid als 'Den Brink', een naam die verwijst naar de vermelding op de kaart van 1640 van de boerderij 'Op den Brinck'. Opvallend is de aanduiding 'Buitenplaats' voor het bezit. Aannemelijk is dat hier een zomerverblijf is gesticht.
Vanaf ca 1820 was er sprake van een parkaanleg in de toen gangbare landschapsstijl. Door de aanleg van de spoorlijn rond 1843 veranderde het karakter van Buitenplaats Den Brink aan de noordzijde sterk en werd de buitenplaats van het aangrenzende landschap afgesneden. In 1854 stelden de eigenaren van Den Brink en het tegenover, ten zuiden van de Utrechtseweg, gelegen Hoogstede een overeenkomst op om elkaar vrij uitzicht te gunnen. Den Brink zou uitzicht behouden naar de Rijn en op de toren van Elst. De familie Borger op Hoogstede mocht onbelemmerd uitzicht hebben op Den Brink, waarbij geen bomen hoger dan 5 m aangepland mochten worden.

De kaart van Arnhem uit 1874 geeft een goed beeld van de buitenplaats in die tijd. Te zien is dat er steeds meer bos ontstaat ter plekke van bouwland. In de loop van de 19de eeuw werden de eerder voornamelijk agrarisch gebruikte, meestal open gronden van Den Brink omgevormd in een bosrijk park. Het voormalige landgoed Den Brink was in het begin van de twintigste eeuw duidelijk dichter bebost dan het latere parkachtige KEMA-terrein met zijn vele gebouwen. De aanleg van de spoorlijn Arnhem- Nijmegen heeft voor de buitenplaats ook ingrijpende gevolgen.


1874 - Omgeving landgoed Den Brink. 1=Hesseweg. 2=Hoogstedelaan. 3=Klingelbeekseweg. 4=Diependalseweg. 5=Oranjestraat. [Bron: Gelders archief]


1811-1900 - Met rechtsonder Oud Tolhuis en daarnaast Casa Blanca op de hoek van de Utrechtseweg en Diependalseweg. [Bron: Gelders archief]

Den Brink
1860-1870 - Landgoed "Den Brink". In 1870 bewoond door de familie Vogel en nadat het jaren had leeggestaan, kwam het in 1931 in handen van de KEMA. [Bron: Gelders archief, 1501-04 - 15775]


1902 - Kaart van het landgoed op een schaal van 1:1000. (J.A. Vogel) [Bron: Gelders archief]


1900-1910 - Het landgoed "Den Brink" omstreeks 1900, vroeger bekend als Klein-Mariƫndaal.
Voor de aanleg van de spoorlijn Arnhem-Nijmegen in 1875 werd het landgoed gescheiden van Mariƫndaal. In 1931 kwam het landgoed in handen van de KEMA, nadat het al jaren leeg had gestaan. [Bron: Gelders archief]


1920-1930 - Interieur Huis den Brink [Bron: Gelders archief, 1501-04 - 1562]


1924 - Huize Den Brink.


1925 - Zicht op het landgoed “Den Brink” vanaf de Utrechtseweg.


1920-1930 - Huize "Den Brink", in 1870 bewoond door de familie Vogel en nadat het jaren had leeggestaan kwam het in 1931 in handen van de KEMA. [Bron: Gelders archief, 1501-04 - 15776]


1931 - Detail van dekaart van landgoed Den Brink. (F.J. Schram, Landm. v.h. Kadaster) [Bron: Gelders archief]

Den Brink als bedrijventerrein (vanaf 1931)
In 1931 wordt Den Brink aan de KEMA verkocht. In de overdrachtsacte worden de eerdere afspraken tav onbelemmerde uitzichten opnieuw opgenomen. De NV KEMA was in 1927 opgericht en ontstaan vanuit het Centraal Bureau der Vereniging van Directeuren van Electriciteitsbedrijven in Nederland, waaraan een afdeling voor het testen en keuren van materialen was verbonden.

De KEMA begon direct na de aankoop met het uitzetten van een wegenpatroon ter ontsluiting van de nieuw toe te voegen gebouwen. Het park werd opnieuw ingericht. Bij de omvorming van het terrein van de oude buitenplaats tot een park met laboratoria en kantoren werd wel zorgvuldig met de bestaande aanleg en beplanting omgegaan. De eerste gebouwen werden in 1938 geopend; de oude villa en het koetshuis waren kort daarvoor afgebroken. In de architectuur van de gebouwen werd eenheid nagestreefd in vormgeving en materiaalgebruik.

Met het uitbreiden van de activiteiten van de KEMA na de Tweede Wereldoorlog werd ook de bebouwing op het terrein uitgebreid. Toen het terrein te klein werd, werden aangrenzende terreinen gekocht (1957: Mariëndaalcomplex; 1956-1970: Hes-complex). In 1967 werd het Rosandecomplex in gebruik genomen, waarvoor de oude steenfabriek werd gesloopt. In 1967 volgde de terreinen van de voormalige papierfabriek Van Gelder. In het midden van de jaren zestig werd de entree van Den Brink verplaatst naar de huidige locatie. (t.o. de Hoogstedelaan). Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig kwam het terrein van Den Brink weer in ontwikkeling door de vervanging van bestaande gebouwen. Deze nieuwbouw heeft de karakteristieke eenheid van het bedrijvenpark enigszins aangetast.