![]() Landgoed Uitgelicht ↓ Sprituele
schatkamer door Han Bos. Uit: Mooi Gelderland, Geldersch Landschap & Kasteelen |
Sprituele schatkamer door Han Bos. Uit: Mooi Gelderland, Winter 2018, Geldersch Landschap & Kasteelen
Sinds hij weet dat het uitzonderlijke middeleeuwse gebedenboek van Maria van Gelre op Mariëndaal is geschreven, bekijkt natuurschrijver Hans van den Bos het Arnhemse landgoed met andere ogen. Hij ervaart de spirituele kracht van de kloosterbron en ontdekt meer bijzondere zaken.
Zodra ik de stenen poort onder de spoorlijn Arnhem-Utrecht passeer, voelt de stad ver weg. Doodse stilte, totdat een verstoorde gaai uit het grasland opvliegt en scheldend vlucht. Het landhuis laat ik links liggen. Als door een magneet aangetrokken, fiets ik door tot aan de oude, lang niet meer geknotte linde. Hier is het. Hier lag klooster Mariënborn (letterlijke betekenis: bron van Maria) waar broeder Helmich die Lewe in 1415 het gebedenboek voor Maria van Gelre voltooide. Behalve met wetenschappelijk werk hielden de bewoners van dit Windesheims klooster zich bezig met ontginning en landbouw. Tastbare resultaten zijn zes boeken (de rest is verloren gegaan) en een bewerkbaar en profijtelijk cultuurlandschap. Ik stel me zo voor dat Helmich regelmatig zijn schrijftafel verliet om buiten de kloostermuur zijn stramme spieren te ontspannen en inspiratie op te doen hoe verder te gaan met zijn Grote Werk, het gebedenboek. Ongetwijfeld was hij vaak te vinden bij de nabijgelegen Mariabron, een door velen gekoesterde plek, met water dat niet wilde bevriezen. Ziet u Helmich zitten, op zijn vaste stek aan de steile oever, turend in het voortkabbelende water? Ongetwijfeld zag hij op wandelingen ook de nieuwigheden die de monniken realiseerden: watermolens en sprengen die voor extra water moesten zorgen, stevige wegen, akkers en tuinderijen. Vast ook bezocht hij de schaapherders die verderop hun kuddes hoedden. Maar veel ging aan Helmich voorbij: zijn hoofd was te vol van het gebedenboek. Ruim drie jaar werkte hij eraan. Letterlijk monnikenwerk. Dat brengt me terug in onze tijd, bij de hedendaagse 'monniken': de onderzoekers die me op dit unieke boek attendeerden.
Omvangrijk en compleet ![]() Bron: Mooi Gelderland van GLK. In de negentiende eeuw zijn bij de ontwikkeling van het park en landhuis resten van het klooster teruggevonden. "Voor de toenmalige landgoedeigenaar, de geleerde en gelovige familie Van Eek, is dat een belangrijke inspiratiebron geweest", zegt Ciska van der Genugten, specialist cultuurhistorie bij GLK. Het verklaart volgens haar de veelheid aan religieuze en symbolische elementen die op het landgoed een plek kregen. "Dit paste bij het wereldbeeld in die tijd. Er was een brede belangstelling voor zingeving en religie, voor sagen en legenden. Mensen zochten naar het
'iets', het andere. En men gebruikte veelvuldig de bijbehorende symbolen die je overal op Mariëndaal nog tegenkomt."
Diepere krachten
Na deze gesprekken dacht ik het landgoed redelijk te kennen. Maar nu blijk ik ineens ook gevoelig voor de diepere krachten, zo merk ik tijdens mijn wandelingen. Het oog valt op andere zaken. Sinds ik weet dat het steenslag op de paden deels bestaat uit vermalen kloostersteen, is mijn blik vaker op de grond voor mijn voeten gericht. Hoop ik sporen uit een ver verleden te vinden? De oude linde op het parkeerterrein sierde lang het (nu verdwenen) koetshuis. De boom mocht niet geveld worden, want de beschermgeest van huis en hof woonde erin. De linde was altijd al een van mijn favorieten, maar de symboliek doet me duizelen.
Sinds ik weet dat de Stenen tafel een van het klooster afkomstige grafzerk is, ga ik niet meer zonder te kijken eraan voorbij. Dat deze tafel samen met de ernaast geplante linde een vergelijkbare betekenis heeft als een grafeiland, dat had ik zelf niet durven bedenken. Meer subtiele symboliek vind ik halverwege de berceau of Groene Bedstee. Bij het verzakte vrijersbankje groeit een eenzame linde. Het tere hartvormige blad zit verborgen tussen opdringerig beukenloof. De honderdvijftigjarige spillebeen staat voor liefde en eeuwige trouw.
Via sprengkop en bronvijver wandel ik verder langs de beek naar het zuiden. Pal tegenover het huis slingert links een wandelpad zigzaggend de steile helling op. Dit is de 'smalle en niet-rechtstreekse weg die naar de hemel leidt', naar de Bijbeltekst van Mattheus. Kunstwerk met een boodschap
De grootste verrassing tref ik aan op een heuveltop in het bos richting Hoeve Klein Mariëndaal. De Christuskoepel is door een particulier aan het landgoed geschonken, na een appèl van koningin Wilhelmina in 1938 tot 'een morele en geestelijke herbewapening' tegen het opkomend fascisme. In de kapel bevindt zich een levensgroot Christusbeeld. De beelden eromheen symboliseren de zeven deugden: geloof, hoop, liefde, rechtvaardigheid, sterkte, gematigdheid en voorzichtigheid. De beelden zijn van Man Andriessen, beter bekend van de standbeelden De Dokwerker in Amsterdam en Cornelis Lely op de Afsluitdijk. Een dag voor de Duitse inval in Nederland is de kapel opgeleverd. Op de grond liggen drie grafzerken uit de kloostertijd. De boodschap van het kunstwerk kan niet genoeg verteld worden. Ook nu. |